Importeur van Henschel van begin jaren vijftig tot 1971 en daarna tot 1974 van Hanomag-Henschel vanaf 8,5 ton bruto totaalgewicht was Stichting RINAGO - bestaande uit NAPO N.V. (later B.V.) te Haarlem voor de provincies Noord-Holland, Groningen, Friesland, Drenthe; RIMIJ N.V. (later B.V.) te Roermond; later Venlo voor de provincies Limburg, Noord- Brabant, Gelderland, Overijssel; GAM (van Gorp) N.V. (later B.V.) te Rotterdam voor de provincies Zuid-Holland, Zeeland, Utrecht;
Henschel introduceerde in 1957 een drieasser, een 6x6, type HS 3-125 A met een GVW van 17.750 kg, geschikt voor een nuttige lading van 11-12 ton. Bij de bouw van de Velsertunnel werden diverse van deze Henschels ingezet. Voor het eigenlijke terreinwerk bleek deze truck echter te zwaar, zodat de wagen snel wegzakte in het terrein.
Nederland kende destijds drie Henschel-importeurs (R.I.M.IJ. te Roermond, N.A.P.O. te Haarlem en G.A.M. te Rotterdam). Samen richtten zij de stichting 'Rinago' op, om sterker de Nederlandse belangen bij de Henschel-fabriek te kunnen behartigen. Dat had resultaat, tijdens de Frankfurther-autotentoonstelling, september 1959 kon de heer Jacques van Gorp namens de stichting Rinago mededelen, dat er binnen een paar maanden een nieuwe lichtere Henschel 6x6 zou komen, gebouwd naar Nederlandse adviezen.
De Hollandse Henschel:
De officiële benaming luidde HS 3-125 E 6x6. Het standaardchassis was 47 cm ingekort om tot een betere gewichtsverdeling te komen. De gemonteerde Lanova dieselmotor type 6R 1013 van 132 pk bij 2600 opm was gedrosseld tot 115 pk bij 2400 opm.
Deze truck had een GVW van 15.500 kg. De vooras ving 3500 kg op, het tandemstel 12.000 kg. Elk voorwiel werd met 1750 kg belast, reden waarom er in de plaats van de standaard 12 ply banden, 14 ply banden werden gemonteerd, die tot 2000 kg belast konden worden. Elke achterband werd met 1500 kg belast, gunstig voor de gemonteerde 8,25 x 20 banden.
Een kipbak met een lengte van 3,80 meter kon gemonteerd worden. De truck met cabine woog 5240 kg, de kipbak 1600 kg, zodat de nuttige lading 8660 kg bedroeg, afgerond 9 ton. De prijs van de Hollandse Henschel bedroeg 41.000 gulden, de Netam kipbak 5500 gulden, zodat totaal een bedrag van 46.500 gulden geïnvesteerd moest worden. Een heel bedrag, meer dan het dubbele van een gerevideerde GMC met een Henschel dieselmotor, die ca. 22.000 gulden kostte. Daar de GMC slechts geschikt was tot een draagvermogen van 6,5 ton, zouden zeven GMC's vervangen kunnen worden door vijf Hollandse Henschels.
Eind november 1959 werd de eerste Hollandse Henschel met Netam kipbak geleverd en beproefd in zwaar terrein met 9 ton zand in de Botlek. Volgens de pers van die tijd waren zijn prestaties indrukwekkend. Door zijn uitstekende rij-eigenschappen in mul en drassig terrein werd de Hollandse Henschel in die jaren veel ingezet. Hoeveel er totaal zijn geleverd, is mij niet bekend.
In 1963 kwam een nieuwe zwaardere Henschel, geschikt voor 13-14 ton nuttig, uitgerust met een 192 pk dieselmotor en uitgevoerd met een nieuwe cabine. In 1980 liep de laatste Henschel van de band, echter met een Mercedes-ster op de grille.
Tekst Henny van den Bosch (overgenomen uit CB jaargang 18, nummer 4, december 2008)
Bronnen:
- Bedrijfsvervoer, 2 januari 1960.
- Transmobiel no. 43
advertentie november 1956
advertentie januari 1957
advertentie februari 1957
advertentie januari 1958
advertentie september 1959
advertentie januari 1960
Zware Henschel HS 3-125 A geschikt voor 11-12 ton nuttige lading, van Haukes uit Kekerdom.
Hollandse Henschel HS 3-125 E geschikt voor 9 ton nuttige lading.