logo 1
Contactgroep Auto- en Motorrijwiel Historie

Rijksnummer 67

67
Rijksnummer 67, op 25 mei 1899 uitgereikt aan Johan Anthony Stoop, mededirecteur van de Dordtsche Petroleum Maatschappij. De foto is vermoedelijk gemaakt aan de Tasmanstraat te Den Haag. Links voor de auto staat J.H. Scheffer (* 1 november 1884). Achter het stuur zit ‘Ome Willem (Scheffer?) met daarnaast de monteur Jan de Gelder.' (Foto: collectie Van Groningen-Waldeck).
De auto is een Peugeot type 24, gebouwd van 1898 tot 1902. Stoop was de tweede Dordtenaar aan wie een Rijksnummer was uitgereikt. Daarvoor was hij misschien wel een der eerste autopioniers in Nederlands-Indië. De Dordtsche Petroleum Maatschappij had in de kolonie een paar grote concessies. Toen Stoop hoorde dat er in Europa voertuigen uitgevonden waren die zich met benzine voortbewogen (tot dan toe in het raffinageproces nog een afvalproduct) liet hij dan direct ook zo’n voertuig overkomen. Na zijn terugkomst in Nederland kocht hij hier ook een auto. Dat hij techniek een warm hart toedroeg blijkt uit het feit dat hij ook medeoprichter was van de plaatselijke M.T.S.

peugeot stoop 2

Een oude ansichtkaart met daarop de Peugeot type 31 met het Rijksnummer 67. Stoop kreeg een nummerbewijs in 1899 (dat zou voor het bovenstaande type 24 moeten zijn geweest) en in 1901 (voor de Peugeotte logischerwijs). Deze lijkt te zijn aangepast vanwege de plaatsing van het vis-à-vis bankje. Wel was de tweede wat korter, wat niet blijkt uit de afgegeven vergunning. Mogelijk had de inspecteur geen zin om het te controleren en zijn de oude maten aangehouden? Merkwaardig is wel dat bij de afbeelding van deze tweede Peugeot staat vermeld: voor september 1900. Dit is blijkbaar het poststempel van de kaart. Dit kan wel wat betreft het type, maar niet wat betreft die tweede vergunning.

(De foto is gemaakt in Wassenaar, een hele reis vanuit Dordrecht!)

rijksnummer-67-peugeot-stoop
Detail van de ansichtkaart

rijksnummer 67 stoop breda 1

Op 11 nov. 1905 registreerde J.A. Stoop voor het rijksnummer 67 een auto met een lengte van 4m. en een breedte van 1,76m. Dat zal de hieronder omschreven en hiernaast afgebeelde Peugeot zijn waarmee Stoop in 1905 en 1906 deelnam aan de Scheveningse autoweek:

In de “Semaine Automobile de Schéveningue” van 1905 stond J.A. Stoop ingeschreven in de categorie V (chassisprijs fl. 7500) met een Peugeot 18/24 PK. Er was toen geen concours voor koetswerken (bron: Nieuws van de dag; kleine courant, 15 juli 1905).

Ook in de “Scheveningse week” van 1906 stond J.A. Stoop ingeschreven in de categorie V (chassisprijs fl. 7500 en minder) met een Peugeot 18/24 PK. Omdat hij daarvoor toen een prijs van fl.200 had geschonken zal hij toen niet hebben deelgenomen aan het “concours de carrosserie” (bron: De Telegraaf , 9 juli 1906).

Van de Peugeot 18/24 PK waarmee J.A. Stoop deelnam werd de carrosserie ontworpen door Atelier voor decoratieve kunst “Het Huis” gevestigd aan de Kerkstraat 310/312/314 en uitgever van het gelijknamige tijdschrift. Dat blijkt uit de zinsnede uit het artikel hieronder die luidt: “en riep hiertoe onze hulp in”. Dit artikel werd gepubliceerd in “Het huis, oud & nieuw”; Maandelijksch prentenboek gewijd aan huis-inrichting, bouw en sierkunst jrg 3, 1905 [volgno 2].

MODERNE VOERTUIGEN.
Hoe gaarne wij ook dit onderwerp in ruimeren omvang zouden behandelen, kunnen wij hieraan geen gevolg geven, omdat ons op het oogenblik daartoe de noodige illustraties ontbreken en wij in ons maandelijksch Prentenboek niet graag een ongeïllustreerd artikel plaatsen. In verband met het slotartikel van dit nummer, waarin enkele boerenwagens zijn afgebeeld en besproken, wenschen wij slechts even bij de hedendaagsche voertuigen stil te staan, en wel in het bijzonder bij den nieuwsten vorm, de automobiel. De oude rijtuigen, in musea tentoongesteld, laten ons duidelijk zien, dat men vroeger een voertuig, evenals elk ander voorwerp van nijverheid, met den zelfden zorg en kunstzin opbouwde. Elke stijlperiode heeft ook voor het voertuig zijne kunstopvattingen doen gelden. En dat de plattelands-wagenmaker, aan de traditie getrouw, ook nu nog in staat is sierlijke voertuigen te bouwen, daartoe leveren de kleinere en grootere wagens, die men in de dorpen nog algemeen gebruikt, het overtuigende bewijs. Wel zijn deze modellen traditioneel, maar zij passen volkomen bij hunne omgeving: de woning en de kleederdracht, terwijl men elders evenmin iets oorspronkelijks levert en bovendien nog aan slechte, bestaande vormen vasthoudt. Daar is de wagenmakerskunst op eene treurige wijze in verval geraakt en biedt dit handwerk den modernen beoefenaar der kunstnijverheid een ruim studieveld. Het is dan ook te verwonderen, dat men tot dusver, noch hier, noch elders, de minste pogingen ziet aangewend om ook in dit vak naar betere vormen te zoeken. En hoewel de moderne werktuigkundigen uitvindingrijk genoeg waren, om geheel nieuwe vervoermiddelen uit te denken, bleken zij toch niet in staat te zijn, de voortbrengselen van hun vernuft tevens in schoone vormen te kleeden. En tot nu toe is de artiest, die zich aan den bouw en den vorm der voorwerpen wijdt, hun hierin nog niet ter hulp gekomen.

De heer J. A. Stoop te Dordrecht, die eene warme belangstelling koestert voor de moderne kunstnijverheid, liet kort geleden eene villa bouwen en geheel meubeleeren en inrichten. Ook aan den tuinaanleg en de automobiel-remise werd den zelfden aandacht besteed. Te midden van deze omgeving, verlangde de heer Stoop een voertuig van aangenamer vorm en bouw dan dat, waarmede hij zich tot dusver tevreden had moeten stellen en riep hiertoe onze hulp in. Gebonden aan technische eischen konden niet alle vormen gewijzigd worden. Er is bij het ontwerpen getracht aan deze reisautomobiel zoo eenvoudig mogelijke hoofdvormen te geven, daar men bij een snel voortbewegend voertuig, van grootere vormen eenen krachtiger totaal-indruk ontvangt, dan van eene gecompliceerde détailleering. De kleur is licht gehouden, omdat stof daarop veel minder zichtbaar is, dan op donker geschilderde reiswagens, die er na lange tochten ontoonbaar uitzien Ook is de licht geschilderde auto reeds op grooten afstand zichtbaar.

rijksnummer 67 fig 7

De chassis, een Peugeot van de firma Verwey & Lugard, is in feroline geschilderd, zoodat het onderstel een staalkleur heeft. De carrosserie, die hierop rust, heeft eenigszins het karakter van de oude Engelsche reiswagens, de zoogenaamde mail-coach; beneden licht groen en daarboven roomkleurig geschilderd en versierd met breede gele banden en geel koper beslag op het gebogen portier. Om het karakter van den hoofdvorm niet te verzwakken, volgen de spatborden de lijn van de carrosserie, die zij daardoor krachtig prononceeren. Niet alleen door type en kleur is getracht in deze automobiel het karakter van een reiswagen te leggen, maar ook is, door eene praktische ruimte-indeeling, gezorgd voor eene ruime berging van reisbenoodigdheden. Onder de voor- en achterbanken bevinden zich door deuren afgesloten ruimten, waarin de groote lederen koffers der reizigers worden geborgen. Deze koffers zijn juist passend gemaakt in de beschikbare ruimten. Op figuur 7 (red. foto links) is de auto afgebeeld met de deuren geopend en de koffers uitgetrokken. Onder de achterbank is nog eene ruimte voor het reisgoed van den chauffeur en den benzinebak.

Voor, onder de eerste zitplaatsen, zijn twee afgesloten gelegenheden tot berging van reservebanden en artikelen voor reparatie. De armleggers vormen de deksels van bewaarplaatsen voor stofbrillen en handschoenen. Ten slotte is nog de treeplank, die met koperen stangen aan de chassis verbonden is, als gereedschapskist ingericht, zoodat kleine reparaties onder weg kunnen geschieden, zonder den reizigers het minste dérangement te bezorgen. De treeplank zelf verschaft dan den chauffeur eene geschikte werkbank. De vorm en afmetingen van de chassis, door den mechanicien aangegeven als tot dusver de meest praktische, maakten dat deze auto na voltooiing der carrosserie, in aanzien niet zoozeer van de andere typen verschilt, dat het een voertuig van geheel andere gedaante is geworden, hetgeen ook minder gewenscht zou zijn, daar de bedoeling was, door zoo min mogelijk omwerkingen, maar met kleine wijzigingen, een karaktervoller bouw te bereiken.

De hierboven beschreven carrosserie werd wel ontworpen door “Het Huis”, maar niet door hen gebouwd. Dit gebeurde hoogstwaarschijnlijk bij J.H. van der Meulen L.C. Zn. te Amsterdam. Maar buiten deze advertentie is er niets te vinden over carrosseriebouw of autofabricage door J.H. van der Meulen. Het zou goed kunnen zijn dat de carrosseriebouw cq aanpassingen ten behoeve van de auto van Stoop door deze firma zijn uitgevoerd en dat als ‘tegenprestatie’ een advertentie is geplaatst in genoemd tijdschrift. In latere advertenties in verschillende kranten noemt de firma zich uitsluitend rijtuigfabriek.

Bij de overgang van rijksnummers naar nummerbewijzen was J.A. Stoop er vroeg bij… hij kreeg het nummer H-9. In 1907 werd hij met opnieuw een Peugeot winnaar van het concours voor koetswerken van groot-toerisme in de Scheveningse automobielweek. (bron: Nieuws van de dag; kleine courant, 10 juli 1907). Deze Peugeot had een koetswerk van B.T van Rijswijk en Zn. en opnieuw ontworpen door “Het Huis”. In onderstaand artikel wordt dat bevestigd (bron: “Het huis, oud & nieuw”; Maandelijksch prentenboek gewijd aan huis-inrichting, bouw en sierkunst jrg 5, 1907):

rijksnummer 67 H 9 Plaat LXVI beneden

De reisautomobiel, afgebeeld op plaat LXVI (red. foto's links en hieronder) is voor den Heer J. A. Stoop te Dordrecht door het Atelier “Het Huis” ontworpen. Het ontwerp heeft zich natuurlijk uitsluitend bepaald tot de carrosserie, daar de chassis door de mechaniciens tot dusver als den meest praktischen vorm en bouw vastgesteld, onveranderd moet blijven. Op het concours tijdens de “Semaine d’Automobile” te Scheveningen, mocht deze automobiel de le prijs verwerven voor de carrosserie.

De carrosserie is groen geschilderd met bruin linnen kap. Breede koperen banden en gedreven beslag en slotplaten versieren het rijtuig. De zetels zijn met rood leder bekleed. Het onderstel of chassis is in feroline geschilderd. Al het koperwerk ook van de lantaarns enz. is bronskleurig hetgeen aan het geheel een meer gedistingeerd aanzien geeft dan het glimmende geel koper. Door een practische ruimte-indeeling, gezorgd voor eene ruime berging van reisbenoodigdheden. Onder de voor-en achterbanken bevinden zich door deuren afgesloten ruimten, waarin de groote lederen koffers der reizigers worden geborgen. Deze koffers zijn juist passend gemaakt in de beschikbare ruimten. Op de onderste afbeelding is de auto afgebeeld met de deuren geopend en de koffers uitgetrokken. Onder de achterbank is nog eene ruimte voor het reisgoed van den chauffeur en benzinebak. Voor, onder de eerste zitplaatsen, zijn twee afgesloten gelegenheden tot berging van reserve-banden en artikelen voor reparatie. De armleggers vormen de deksels van bewaarplaatsen voor stofbrillen en handschoenen. Ten slotte is nog de treeplank, die met koperen stangen aan de chassis verbonden is, als gereedschapskist ingericht, zoodat kleine reparaties onderweg kunnen geschieden, zonder den reizigers het minste dérangement te bezorgen. De treeplank zelf verschaft dan den chauffeur eene geschikte werkbank.

rijksnummer 67 H 9 Plaat LXVI boven

rijksnummer 67 stoop breda 2
Met dank aan Jac. Stienstra