Fa. J. Bronkhorst, Langestraat 87 Hilversum.
advertentie augustus 1909
Bronkhorst begon in de 19e Eeuw als smid en hield zich korte tijd later ook bezig met reparatie van koetsen. Tevreden klanten begonnen complete koetsen te bestellen. Bij die klanten was ook het Koninklijk Huis en vanaf 1905 was Bronkhorst koetsbouwer met de titel hofleverancier. Na 1920 gingen ze over op carrosserieën voor automobielen. Heel wat kwaliteitsauto’s kregen een body van Bronkhorst. Behalve personenauto’s bouwden ze ook ziekenauto’s en in de dertiger jaren vooral begrafeniswagens en volgauto’s. Deze laatste kregen ouderwets uitziende statige koetswerken in de ware zin van het woord. Veel van deze wagens (meestal Buick model 1933 en Chevrolet 1939) hebben de oorlog overleefd en zijn nog jarenlang gebruikt. Enkele Buick’s zijn in Amerika terecht gekomen en staan daar in musea met de foutieve mededeling dat het “the car of Queen Wilhelmina of the Netherlands” is. Omdat de firma weigerde voor de Duitsers te werken is de machinerie en inventaris door de Duitsers weggehaald waardoor het na de oorlog niet mogelijk was weer opnieuw te beginnen. In 1948 werd de zaak geliquideerd.
Coupé de Ville op basis van een Cadillac V16 1930
advertentie februari 1929 Isotta Fraschini
advertentie februari 1929 Hispano-Suiza
Ziekenauto op basis van een 1930 Studebaker Dictator
Deze Buick uit 1933 was eigendom van de 'Onderlinge Rouwstallen' in Amsterdam en heeft met een vijftal andere zwarte "Bronkhorst"-Buick's nog tot in de jaren vijftig dienstgedaan als volgauto. Deze volgauto's hadden de provinciale nummers G-2112 t/m G-2116.
Eenzelfde auto in actie en deel uitmakend van één van de foto's hier onder
Chevrolet begrafenisauto en achter de bloemenwagen (FIAT?) een rij Buick volgauto's
Een begrafenisauto en volgwagens, allen op basis van Buick 1933
De Buick uit 1933 in een later leven
tekst Ed Beekman
foto's coll Frans Vrijaldenhoven
Lees hier meer over Bronkhorst als rijtuigbouwer.